Ruim twee weken geleden stond voor oudste dochter een wedstrijd tegen haar oude cluppie op het programma. En dat brengt natuurlijk wat herinneringen boven. Want daar had ze haar eerste stapjes op de groene mat gezet. Daar had ze haar liefde voor de sport ontdekt. Had ze veel mooie momenten meegemaakt. En minder mooie.
Ze was immers niet voor niets overgestapt naar een andere club. Hoe dan ook. Ze had er veel geleerd. En een wedstrijd tegen zo’n beetje de helft van haar oude teamgenoten was natuurlijk wel eentje die ze graag wilde winnen. En hoewel dat ongeveer een David tegen Goliath verhaal zou worden, zou zich niet zomaar gewonnen geven.
Hoe gaaf dus dat de trainers haar vlak voor de wedstrijd nog even apart namen. Haar de aanvoerdersband overhandigde en aangaven dat ze deze wel had verdiend. Een beetje beduusd nam ze hem aan. Dat was toch wel een heel mooi compliment. Vol trots droeg ze hem dan ook tijdens de wedstrijd. En hoewel ze deze verloren, kon ze toch terugkijken op een uitstekende pot, waarin ze haar mannetje had gestaan.
Maar ja. Was dit nu eenmalig? Mocht ze de band alleen bij deze wedstrijd dragen? Of niet? Hoewel ze ‘m de week erna weer droeg, bleef het toch een beetje een vraagteken. En bescheiden als ze is, durfde ze het ook niet echt te vragen. Maar afgelopen week, kwam dan toch het verlossende antwoord. Tijdens de training, namen de trainers haar opnieuw even apart.
Nietsvermoedend keek ze hen aan. Ze verwachte half dat het over de training zelf zou gaan. Dat ze een aanwijzing of iets dergelijks zou krijgen. Ze was dan ook blij verrast toen de trainers vertelden dat ze goed nieuws hadden. En dat zij vanaf nu de vaste aanvoerder was. Later deelden de trainers dit ook mee aan de rest van het team. Uiteraard kreeg ze een applaus en dat was dat. Mijn dochter was aanvoerder van het team. Hoe bijzonder.
Ik vraag me af of de trainers dat eigenlijk wel beseffen. Of ze door hebben wat een statement ze hier mee hebben afgegeven. En wat dit met mijn dochter doet. Wat voor een enorme blijk van waardering ze haar hiermee hebben gegeven. Want de aanvoerdersband geven aan het enige meisje in het team. Een meisje dat zich vanaf het eerste moment dat ze haar kicksen aantrok altijd dubbel moest bewijzen. Soms tegenover teamgenootjes. Soms tegenover trainers. Soms tegenover ouders. En soms tegenover allemaal.
Hoewel ik het altijd super knap heb gevonden hoe zij zich staande wist te houden, heeft mijn moederhart in de afgelopen zeven jaar toch wel wat deukjes opgelopen. Heb ik af en toe mijn tranen moeten bedwingen vanwege de onmacht die ik voelde. En nu krijgt ze zomaar de aanvoerdersband. Alsof het heel normaal is. Maar ik weet dat dat niet zo is. En stiekem weet zij dat ook. Dat dit een heel bijzonder moment is. Een soort kroon op haar werk. En ook nu moest ik weer even mijn tranen bedwingen. Maar nu van blijdschap. En trots.