Het is al een paar weken spannend hier in huis. Het begon een paar weken geleden. De druk op de wedstrijden werd vanaf dat moment steeds verder opgevoerd. En naarmate we vorderde in de tijd, werd de vraag steeds actueler: gaan we degraderen of niet?
Hadden ze een paar weken geleden er nog voor kunnen zorgen dat we comfortabel in de middelste regionen zouden belanden. Inmiddels staan we iedere week gespannen langs het veld. Het begon zo’n anderhalve maand geleden. Een wedstrijd waarbij we met een ruime voorsprong van 0-4 de rust in gingen. Om uiteindelijk met een 5-4 verlies naar huis te gaan. Als ik er niet zelf bij was geweest, had ik het niet geloofd. Maar het was toch echt zo.
De week erna wonnen we dan weer wel, maar de zaterdag erop gebeurde weer het ongelooflijke. In een thuiswedstrijd tegen een team waar we gewoon van hadden kunnen winnen. Hadden moeten winnen. Lukte het niet. De ene na de andere bal belandde tegen de paal. Of lat. Zelfs een penalty ging er niet in. We wisten slechts één keer te scoren. En zo verloren we deze wedstrijd dik. Want uiteraard lukte het de tegenpartij wel om de bal in het net te krijgen. Vijf keer wel te verstaan. Gemiste kans, want deze punten hadden we hard nodig.
De week erop wachtte ons namelijk een lastigere tegenstander. En inderdaad. We verloren. Van de 9e – en net niet degradatie – plaats belandden we op de 10e plek. En als we daarop blijven staan, betekent dat volgend jaar een klasse lager spelen.
Twee weken geleden kwam dan ook dé wedstrijd. Tegen onze degradatieconcurrent. Met klotsende oksels stonden we langs de kant. Als het nu niet ging gebeuren, zou het wel heel moeilijk worden. Kon dit team zich herpakken en het tij nog keren? De mannen bleven het spannend houden. Maar ze deden het! Want lieten ze het de afgelopen weken in de tweede helft nog wel eens gaan. Nu bleven ze strijden. Tot het eind. En ze wonnen. Nipt met 1-0 weliswaar. Maar de drie punten waren binnen. Fieuw.
En toen kwam vorige week. Voor de wedstrijd voelde ik de spanning bij mijn oudste dochter. Om je een indruk te geven van hoe belangrijk deze wedstrijd voor haar was: de avond ervoor gingen we naar de oefeninterland Nederland-Frankrijk van de Oranjeleeuwinnen. Iets waar ze zich al maanden op had verheugd. Waar ze heel veel zin in had. Maar wat ze zou hebben laten schieten als haar eigen wedstrijd in de ochtend was geweest. Gelukkig hoefden we pas in de middag te spelen. Maar toch. Het geeft wel weer hoe ze erin stond.
Enfin, zaterdag stond ze strak gespannen. Ik merkte het al thuis. Ze ijsbeerde een beetje heen en weer. Kon haar draai niet vinden. Ik kon haar ook nergens mee afleiden. Wilde ze ook niet. Misschien kon ze hierdoor juist wel nog beter spelen straks. Toch? Ze vroeg of ik mee ging om te kijken. Niet carpoolen met iemand uit het team. Maar zelf. Samen in de auto. Dus dat deden we. Daar aangekomen hing de spanning nog steeds in de lucht. En eerlijk is eerlijk. Ook ik begon ‘m inmiddels te voelen.
Gelijk in de eerste minuut hadden ze een kans. Maar deze kwam tegen de paal. Vervolgens werd het een uiterst spannende 1e helft. Waarbij we ook een aantal keer gelukkig wegkwamen: de lat en de paal waren ons dit keer wel gunstig gezind en voorkwamen wat treffers van de tegenpartij. We gingen met een 0-1 voorsprong de rust in. Dat voelde nog niet heel erg relaxt. Voordeel was wel dat het team ook in de tweede helft scherp op het veld stond. Ze scoorde dan ook gewoon nog een keer! En dus gebeurde waar we vurig op hoopten: we wonnen van de nummer 6! En daarmee kwamen we op de 9e plek en dus uit de degradatiezone. Eindelijk kon mijn dochter ontladen.
En toen begon het wachten. Want de nummers 7 en 8 moesten die dag ook tegen elkaar. Zij hadden al een paar uur eerder gespeeld. Maar de stand was nog niet bekend. In het meest gunstige geval zouden zij gelijk spelen. Zodat wij zelfs twee plekken omhoog konden kruipen. Weg van die ellendige 9e plek. Maar de stand kwam maar niet door. Die middag niet. Die avond niet. Pas de volgende dag kwam het verlossende antwoord. We konden het bijna niet geloven. Het stond er echt: ze hadden gelijk gespeeld!
Vanuit een 10e plek en dus degraderen netjes op nummer 7! En met nog twee wedstrijden te gaan voelt dat best goed. Al zijn we er natuurlijk nog niet. Als we deze verliezen zou het zomaar toch gedaan kunnen zijn. Maar dit mogen we niet meer weggeven. Je voelt de spanning plaatsmaken voor hoop. Het is niet meer ‘dit móet goed komen’. Maar dit kán goed komen. En sterker nog. Als we deze positieve vibe weten vast te houden. Dan kómt dit gewoon goed.