Foto: Dragana_Gordic @Freepik

Vierde helft

‘Ben je een echte schrijver?’ Als ik een klassenbezoek doe, is dat vaak één van eerste vragen. En voor mij ook gelijk één van de moeilijkste om te beantwoorden. Want wanneer ben je eigenlijk een echte schrijver? Ik voel mezelf in ieder geval niet zo.

Sterker nog, het voelt een beetje als cheaten. Want oké, ik heb inmiddels ruim 200 blogs geschreven. Maar dat is online en op mijn eigen platform. Telt dat dan? Voor mij persoonlijk niet. Waarmee ik niet wil zeggen dat online schrijvers geen echte schrijvers zijn. Alleen ík ben het niet. Ik zet namelijk gewoon wat hersenspinsels op papier. Van dingen we op en langs het veld meemaken. Mijn vorm van een derde helft zeg maar. Of misschien is het wel de vierde. Hoe dan ook, lekker makkelijk.

Wanneer mag ik mezelf dan wel zo noemen? Met een boek in de winkels? Ik heb er zelfs twee, maar ik zie mezelf nog steeds niet als een echte schrijver. Zo dacht ik na het eerste deel “één is geen”. Zelfs toen ik werd genomineerd voor een debuutprijs, was ik nog niet overtuigd. Natuurlijk was ik enorm trots en vereerd. Maar ik verwachtte ook elk moment door de mand te vallen.

Na deel twee dan? Ook op dit boek ben ik ontzettend trots. Maar kom op zeg, echte schrijvers zijn mijn helden van vroeger: Thea Beckman, Jan Terlouw of Guus Kuijer. En natuurlijk de huidige toppers als een Carry Slee, Francien Oomen, Paul van Loon of Manon Sikkel. Daar kan ik me helemaal niet aan meten. Maar moet dat eigenlijk wel? Is het niet gewoon prima om af en toe mijn gedachten op te schrijven in een blog? Gewoon omdat ik dat leuk vind. Of kinderen te inspireren met een voetbalboek waarin een meisje de hoofdrol speelt?

Dus misschien moet ik het ook niet al te ingewikkeld maken. Want niet iedereen hoeft aan de top te presteren om mee te kunnen doen. Toch? En wie of wat je bent wordt niet gedefinieerd door slechts één ding. Mijn meiden zijn bijvoorbeeld – naast nog heel veel andere dingen zoals ontzettend leuk, lief, grappig, geweldig en fantastisch – ook student, kind, dochter of zus. En uiteraard sporters. De één als atleet en danser en de andere twee als voetballer. En zijn ze daarmee gelijk de volgende Femke Bol, Igone de Jongh of Vivianne Miedema? Nee, maar ze houden wel van hun sport en krijgen er energie van. Ze proberen alles eruit te halen wat erin zit. Op het niveau dat bij hen past.

Als ik het zo bekijk, dan mag ik mezelf in 2024 misschien toch wel gewoon schrijver noemen. Of nou ja, beginnend schrijver dan. Want in het voorjaar komt mijn derde boek uit. Geen Hanna Panna dit keer, maar er zit wel weer voetbal in. En met drie boeken ben ik nog steeds een amateur, maar speel ik misschien al wel een klein beetje in de hoofdklasse. En kan ik blijven dromen van de (ere)divisie.

Niet dat dit voor de kinderen in de klas veel uitmaakt trouwens. Je bent schrijver of niet. Eigenlijk willen ze gewoon maar één antwoord op hun vraag. “Nee” zeggen is daarom geen optie. Want dan is de magie gelijk weg. En dus zeg ik altijd braaf “ja”. Want elk kind kan af en wel een beetje magie gebruiken. Toch?

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

UA-74423621-1

Ontdek meer van soccertalk

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Continue reading